<iframe src="https://www.googletagmanager.com/ns.html?id=GTM-52DKJGF" height="0" width="0" style="display:none;visibility:hidden">
Taal
L2.908.4.78.3 The Longines Master Collection watch
Bekijk de nieuwste artikelen

Wat is de gangreserve op een horloge?

Bij mechanisch horloges is er vaak onduidelijkheid over de gangreserve. De gangreserve is de hoeveelheid opgeslagen energie in een mechanisch horloge (oftewel de tijd dat het horloge kan blijven lopen) voordat het horloge stil gaat staan.

De gangreserve van een horloge is de tijd dat een mechanisch horloge loopt nadat het horloge volledig is opgewonden. Gangreserve wordt in de Zwitserse horloge-industrie ook wel aangeduid als 'Reserve de Marche'. Huidige gangreservehorloges hebben doorgaans een gangreserve van 42 uur en meer.

HOE WERKT GANGRESERVE?

Alle mechanische horloges – zelfopwindend (automatisch) of met de hand opwindbaar – worden aangedreven door een hoofdveer die bij het opwinden strak opgerold wordt. Die veer wordt in een cilinder geplaatst, dat is dan ook de plek waar de energie wordt opgeslagen. Als de veer volledig is opgerold, dan begint hij op een consistente manier weer af te rollen. Hierdoor komt er constante energie vrij om wielen, wijzers, datum en andere functies te bewegen.

Als de veer volledig is afgerold, is de energie verbruikt en stopt het horloge met lopen totdat het weer wordt opgewonden. De lengte van de hoofdveer hangt direct samen met de resterende gangreserve van het horloge. Hoe langer de veer, hoe langer de gangreserve of ook de vermindering van de trillingen, bijvoorbeeld van 28'800 A/h naar 25'200 A/h. (hoe minder trillingen, hoe minder energie er nodig is)

Sommige horloges zijn voorzien van twee cilinders en veren, voor een extra lange gangreserve.

In automatische horloges zorgt een slingergewicht ervoor dat het horloge aangedreven wordt door de beweging van de pols. Afhankelijk van de gangreserve kan een horloge enige tijd worden gedragen, een dag worden afgedaan en vervolgens weer worden omgedaan – het is dan goed mogelijk dat de tijd nog loopt. Als u het horloge bijvoorbeeld op vrijdagavond afdoet en pas maandagochtend weer wilt dragen, is het mogelijk dat het horloge geen gangreserve meer had en u de tijd moet aanpassen. Over het algemeen heeft een automatisch horloge ongeveer 36 tot 48 uur gangreserve. De meeste automatische horloges van Longines hebben een gangreserve van gemiddeld 64 uur.

Bij handmatig opwindbare horloges is de gangreserve iets langer dan bij een automatisch horloge. Wel wordt de energie gaandeweg minder en kan het horloge stil komen te staan als de horlogeveer volledig is afgerold – tenzij de drager de horlogekroon voor die tijd met de hand opwindt.

AANDRIJVING VAN HET HORLOGE

Om de gangreserve aan te drijven, moet de kroon worden opgewonden. Bij Longines horloges doet u dit door de de kroon in positie 0 (de ingedrukte positie) te zetten en vervolgens te draaien. Als het horloge een schroefkroon heeft, schroeft u deze los voordat u de kroon opwindt. Afhankelijk van het model kunnen sommige kronen in beide richtingen worden opgewonden. Het is onmogelijk een automatisch horloge teveel op te winden. U hoeft zich geen zorgen te maken dat u de kroon te vaak draait. Om overspanning bij de hoofdveer te voorkomen, is deze voorzien van een beveiliging. Deze beveiliging is niet dezelfde op een automatisch en handopwindbaar horloge. Bij automatische horloges bevindt zich aan het uiteinde van de hoofdveer een bijzonder sterk roestvrijstalen onderdeel (ook wel een slipkoppeling genoemd), waardoor het uiteinde eenvoudig door de cilinder kan glippen wanneer het horloge volledig is opgewonden en de hoofdveer niet verder onder spanning komt te staan.

Bij mechanische horloges zit er een mechanisme in het uurwerk waardoor de opwindtandwielen loskomen van de hoofdveer zodra deze volledig is opgewonden

Bovendien kan een horloge worden aangedreven door de kinetische beweging van de arm van de horlogedrager. Het blijft echter van belang om het horloge op te winden voor volledige aandrijving van het horloge, omdat de beweging van het horloge afhankelijk is van dagelijkse activiteiten. Iemand die bijvoorbeeld het grootste deel van de dag achter een bureau zit, moet het horloge misschien vaker opwinden.

GANGRESERVE-INDICATOREN

Veel mechanische horloges hebben een gangreserve-indicator op hun wijzerplaat. Een gangreserve-indicator geeft aan over hoeveel tijd het horloge opnieuw moet worden opgewonden en hoeveel energie de veer nog aan het uurwerk kan geven. De indicator meet de energie terwijl de veer zich ontrolt. Er zijn diverse manieren om de gangreserve weer te geven. Sommige horloges hebben een pijlindicator die naar cijfers wijst in een boogvormige opening, andere een binnenwerk display of zelfs een 'up/down'-indicatie. Op sommige horloges zien we een display met kleurcodes, waarbij blauw staat voor 'volledig opgewonden' en rood een waarschuwing dat de energie bijna op is. Op weer andere horloges staat simpelweg een + of - teken. De gangreserve-indicator is bij sommige horlogeliefhebbers geliefd vanwege de esthetiek en de complicatie.

Niet alle mechanische horloges hebben een gangreserve-indicator op de wijzerplaat. De gangreserve-indicator op de wijzerplaat geeft aan wanneer het horloge opnieuw moet worden opgewonden – ofwel door aan de kroon te draaien (handmatig opwindbaar horloge), ofwel door het horloge een tijdje te dragen (zelfopwindend horloge).